Vizier op volleybal

  

Gemini S bespreekt zege op VVW bij familie-kerstdiner.

VoV, 24-12-2025. 7:30 uur. “Kan de radio wat zachter, ik kan mezelf niet eens horen…” Martijn keek hoe zijn schoonvader aan de volumeknop draaide en vervolgde: “Tien teams, waaronder wij.” Hij liet een pauze vallen. “En wij staan bovenaan.” ging hij verder toen alle elf mensen op hun hap rollade bleven kauwen.

¨Nou Martijn,” doorbrak zijn schoonmoeder de iets te lang durende stilte erna, “dat is een hele prestatie. Maar jij bent ook wel erg lang hè?” Één van de overige aanhang mompelde: “six-seven?” Aan tafel keek vrijwel iedereen neutraal en niet lachend naar zijn of haar partner aan de andere kant. Martijn ging dus onverstoorbaar verder: “Ja, als we vaker zouden trainen, dan zouden we wel Eerste Divisie spelen, maar daar hebben mannen zoals ik gewoon geen zin meer in. Dat hebben we wel gehad.”

Zijn schoonvader pakte een tweede stuk rollade met een metalen lepel en een vork. Deze ging met een mooie boog richting zijn eigen bord. “Zou je dat nu wel doen?” Vroeg Martijn hem ernstig. “Je beweegt nauwelijks en zit al flink aan de medicijnen.” De rollade kwam neer op het bord samen met een harde metalen tik van de lepel die hij stevig vasthield. Hij trilde met zijn vuist en zei zacht: “Martijn, ik ben ziek.” Op de achtergrond hoorde je heel zacht muziek uit de radio komen. “Nee, ik ben niet ziek, alleen een beetje misselijk.”

Hij stond op en liet een onaangebroken stuk roze rollade achter met de opscheplepel er nog overheen. Martijn ging door met zijn betoog over Gemini S heren 1: “Het is mijn team. En ik geef de rest vaak tips en advies. Bijvoorbeeld de middens. Tim, mijn broer, zeg ik dan dat hij zijn altijd vettige handen even met groene zeep moet wassen voor de wedstrijd. Het is trouwens wel leuk om te vertellen,” zo sprak Martijn terwijl hij een hap van de aardappelgratin nam, “dat Tim en ik een geuzenaam hebben: ‘de beren van Almere’. “Hij liet alweer een stilte vallen, waarin hij blij glimlachend het gezelschap rondkeek.

Het zusje van zijn vriendin begon als enige te klappen: “Inderdaad, wat een leuke titel is dat zeg!” zei ze. Martijn had het over tips die hij gaf aan Wouter. Om ongelukken te voorkomen. “Wouter is me er eentje. Bij hem weet je gewoon, als er iets mis kan gaan, dan gaat het ook mis.” Martijn slikte een flinke hap door, voor hij vervolgde: “Al speelde Wouter de wedstrijd tegen VVW best goed. En Tom noemde hem zelfs MVP. Hij kan altijd wel wat hulp van mij gebruiken. Tom kreeg trouwens best veel te passen. VVW serveerde de eerste twee sets alles op rechtsachter. ”

Martijn nam nog een grote hap lauwe rollade. Hij begon weer te kauwen. En terwijl hij zijn vork vast had, hield hij ook zijn wijsvinger tegen zijn lippen. “Hm, die Tom” Martijn slikte, samen met de sappige rollade, een hele slok speeksel weg, “Die Tom hè, die had ook wel een flink stuk rollade kunnen gebruiken. Vel over been is hij. Hopelijk dat zijn broer Bas genoeg bij elkaar gegraaid heeft voor een duur restaurant met de kerst.” “Duur restaurant?” reageerde zijn schoonmoeder met een flink glas zoete witte wijn in de hand. “Is dat zo iemand, die Bas, die op de zuid-as werkt?” Ze knipoogde naar Martijn. En die laatste lachte en zei: “Zuidas, nee hoor, hij is zo’n professionele statiegeldgraaier.”

Op de gang klonk een WC die doorgetrokken werd en een deur die dichtsloeg. “Moet iemand even bij de ‘pater familias’ kijken?” Bij het woord ‘pater familias’ maakte Martijn de gebaren van aanhalingstekens in de lucht. “Enfin, Tom passte prima waardoor ons blije ei, alias kinderke Erik, de setjes in set één en twee goed kon spelen.  Bij mij, en Tim, en Wouter ging het dus ook best aardig. Set één en twee wonnen we 19-25 en 14-25.

Het zusje van Martijn’s vriendin begon alweer te klappen. “Jeej, gewonnen!” “Nog niet de wedstrijd hoor.” Hij draaide naar zijn schoonzusje toe: “Jij bent nog vrijgezel toch? Althans, daar ging ik even van uit.” Martijn wachtte niet op antwoord en ging verder: “Ik heb een Franse teamgenoot, echt een charmeur, die zou echt iets voor jou zijn, eeuh, Grisela heette je toch? Helaas heeft Hugo al iemand. Hij was er ook niet bij de wedstrijd. En we misten daardoor wel wat hartstocht tijdens de wedstrijd.

Maar gelukkig was VVW te zwak om in set drie en vier echt weerstand te bieden.” Inmiddels waren, tijdens het diner, drie aanwezigen bezig met afruimen en bette Martijn zijn mond met een servet. Hij spreidde zijn handen breed uit over de tafel: “De sets erna kwamen we erachter dat we ook een diagonaalpositie hebben. Mike speelde weer, maar het was nog niet het succes van voorheen.” Martijn nam een slok van zijn rode wijn. “Terwijl Klaver, met zijn slappe was en Rolex verzameling, die Klaver joh, die is echt in vorm dit jaar hoor.

Echt een steunpilaar in bange tijden. Zullen we maar zeggen. En aangezien VVW te veel fouten maakte, wonnen we met 22-25 en 14-25. Grisela begon weer te klappen: “En toen hadden jullie gewonnen?!” Martijn: “En toen hadden we gewonnen.” Op tafel stond nog de schaal met een beetje verbrand touw van de rollade. Martijn dacht aan de ontblote buik van zijn teamgenoot Bram. Met in de plooi een zwart stukje navelpluis. Hij besloot het maar niet bij zijn schoonfamilie te zeggen.

Vanaf de gang hoorde hij zijn schoonvader scharrelen, schijnbaar was die eindelijk klaar op het toilet. Met god weet wat. Martijn: “Al met al was dit dus onze negende gewonnen wedstrijd. We zijn echt beter dan de rest van de competitie. We zullen vast nog wel een wedstrijdje verliezen hoor. Dat snap ik ook wel.” Het toetje (een trifle) van laagjes werd opgediend.

Martijn ging verder met statistieken van zijn team: “We hebben nog geen enkele keer de derde set verloren. En kunnen niet meer degraderen. Wouter zou wel weten wat hij van deze seizoenshelft zou zeggen. Maar ik vind dat we het beestje gewoon bij de naam moeten noemen.” Hij smakte genietend bij een hap slagroom. “Ik ben hier heel eerlijk in, dit was een goede periode. Ik zeg altijd maar: een goed begin, is het halve werk. Dat zeg ik ook altijd als ik een ei bak. Maar dat is andere koek.” Hij nam de laatste hap uit zijn glazen bakje.

“Lekker toetje trouwens dit. Genoten vanavond, heerlijk.” Vanuit de gang kwam zijn schoonvader aan geschuifeld. Hij veegde zijn mond af terwijl hij weer aan tafel plaatsnam: “Niks gemist toch?” Martijn: “Jawel, bij je linker mondhoek zit nog een beetje. Maar eehm, wij gaan weer.” Martijn stond op en zwaaide naar iedereen. Hij bukte voor de plafondlamp en liep naar de auto. Toen twee minuten later zijn vriendin aan de andere kant van de auto kwam staan, keken ze elkaar aan over het dak. Martijn herhaalde wat hij eerder zei: “Genoten vanavond, heerlijk.”

Zijn vriendin deed haar mond open, maar sloot deze toen weer, zonder iets te zeggen. Martijn: “Ik denk dat ik dit keer de rest ook hun momentjes gaf toch? Ja, dat kan je wel aan mij overlaten.” Tevreden glimlachend stapte hij in de auto en reed weg. Hij stopte na tien meter, reed weer terug, liet zijn vriendin instappen en zei: “Wat zou je toch ook zonder mij moeten.” Een onzichtbare armzwaai vanuit het niks, een harde pets met de rug van de linkerhand en daarna een roodgloeiende pijnlijke rechterwang van Martijn. “Ja, wat zou ik zonder jou moeten… In m’n eentje in bed slapen? Oh nee, dat doe ik vanavond ook, aangezien jij alweer op de bank ligt. Fijne feestdagen. Etterbak!”

Ze pakte haar telefoon en sloot zich af. De top tweeduizend stond aan op de radio. (I will always love you) En de auto reed rustig de nacht in. Martijn: “Kan de radio wat zachte…ok ok, laat maar.” Ze gingen de nacht in met Whitney Houston als pijnlijke getuige van de benauwde auto. Martijn dacht hoe het hem de tweede helft van het volleybalseizoen zou vergaan en begon onwillekeurig met Whitney mee te zingen. Hij stopte abrupt toen zijn vriendin door het openraam overgaf. Martijn zette de radio wat harder en gaf een stoot gas. Op naar het nieuwe jaar.

gh @ VoV, bron en foto BB Coolstar, Gemini S.