Vizier op volleybal

 

Donitas H1 kan in de tiebreak doordrukken.

VoV, 13-10-2021. 4:12 uur. Lieve Donitaters, wij mochten in een bomvolle ACLO de heren van Avior uit Deventer ontvangen.

Vandaag moesten wij het doen zonder spelverdeler Koen Grob, die door een griepje was geveld en zich thuis moest laten penetreren door een wattenstaafje van de GGD en een thermometer. Achteraf was zijn afwezigheid een uitermate verstandige beslissing, in verband met de gelijktijdige eerste uitgave van Tante Toos van dit seizoen waarin hij veelal de hoofdrol opeiste.

Tegen de tijd dat uw favorieten het veld mochten betreden voor een warming up, was de tribune van de ACLO al bezaaid met bier en een goede zweetgeur. Ultiem recept voor een goede wedstrijd!

De begroeting van de tegenstander aan het begin van de wedstrijd resulteerde veelal in geweldig ongemakkelijke situaties waarbij de ene speler een boks of een handdruk wilde geven, waardoor het veelal tot een confrontatie van een vuist en toereikende hand leidde.

In de eerste set lieten wij zien dat er duidelijk een stijgende lijn is te zien in onze aanvalskracht op de buitenkanten. Spelverdeler Kees Wieringa speelde samen met onze boomlange Ysbrand de Lange meerdere keren het blok uit elkaar. Ondertussen kwam de tribune al lekker op stoom, de pitchers werden aan de lopende band binnen gebracht om de kelen goed te smeren. Mooie liederen werden afgewisseld met onverstaanbaar gekrijs in de microfoon, al met al kregen wij er kippenvel en een big smile van!

In de derde set kwam Avior beter tot zijn recht. Een setterswissel aan Deventer zijde met vlotte handjes en een aanval waar wij minder grip op kregen met onze blokkering gaf wat onrust, zelfs dermate veel onrust dat wij twee sets achter elkaar verloren. In de vijfde set ging het publiek er nog even goed achter staan, mede door goed invallen van Jesse Sturm en veel servicefouten aan Deventer zijde haalden wij de 3 punten binnen.

Setstanden 25-23, 25-23, 21-25, 19-25 en 15-11. Thunder!

gh @ VoV, verslag van Donitas Heren 1. Foto Jan van den Noort.