Vizier op volleybal

 

Gekunsteld hoog volleybalniveau in Nederland?

VoV, 18-05-2020. 4:47 uur. De Eredivisie Volleybal is in Nederland het hoogste nationale niveau bij de mannen en vrouwen. Daarin wordt om het kampioenschap van Nederland gestreden, de Nevobo is de organisator van deze en alle daaronder liggende divisies en klassen.

Bij een top-down benadering hadden alle maatregelen, die er door de jaren heen voor de Eredivisie werden genomen (wel/geen promotie, inkrimping/uitbreiding aantal teams) een direct gevolg voor de divisies daaronder. Die maatregelen hadden tot doel het volleybal aantrekkelijk te houden voor spelers, publiek, sponsors en het verhogen van het niveau. Of de Bond in de opzet is geslaagd is nog maar zeer de vraag.

**Het Bankrasmodel, grondlegger Arie Selinger, is de naam voor de voor Nederlandse begrippen revolutionaire koerswijziging in volleybal, waarbij een groep getalenteerde volleyballers zich volledig inzette om het hoogst bereikbare te bereiken. Het team nam niet deel aan de nationale competitie, maar trainde uitsluitend voor internationale wedstrijden.
**De aanpak resulteerde in het behalen van olympisch zilver in Barcelona 1992 en goud in Atlanta 1996. Na het behalen van het olympisch zilver kozen een aantal spelers ervoor om in het buitenland te gaan volleyballen, met name was de Italiaanse competitie financieel zeer aantrekkelijk en daarmee was het Bankrasmodel ter ziele.

Historie:  Voor 2007/08 heette het hoogste niveau in Nederland ook Eredivisie, daarna tot 2011/12 de “A-League”, bij de dames was de naam vanwege sponsorredenen “DELA-League”.

In het seizoen 2007/08 werd voor het eerst in de A-League gespeeld met acht teams per competitie. Ze speelden de eerste twee seizoenen vier keer per seizoen tegen elkaar (2x thuis, 2x uit). De nummer laatst degradeerde naar de B-League. De nummers één en twee van de competitie speelden in een ‘best-of-seven’ serie om het landskampioenschap. Zo was het toen.

De competitieopzet veranderde met ingang van het seizoen 2009/10. Dat besloten de clubs in april 2009 in overleg met het Top League-bestuur van de Nevobo. Er werd geen dubbele competitie meer gespeeld. Na de reguliere competitie van de acht teams (thuis en uit tegen elkaar), volgde een splitsing in poules met de nummers één t/m vier en vijf t/m acht. De teams speelden thuis en uit tegen elkaar (zes wedstrijden) en de behaalde punten in de reguliere competitie kwamen te vervallen.

De eindstand in de poules was bepalend voor plaatsing in de hierna te spelen play-offwedstrijden (één vs. vier, twee vs. drie, vijf vs. acht, zes vs. zeven). Na de eerste play-offronde speelden alle teams door om tot een eindstand te komen voor het (vervangende) recht op deelname aan de Europacup.

In de eerste play-offronde werd volgens het systeem ‘best-of-five’ gespeeld. De wedstrijden in de tweede ronde om de plaatsen één en twee én zeven en acht gingen ook om drie gewonnen wedstrijden. De wedstrijden voor de eindklassering drie en vier én vijf en zes werden volgens ‘best-of-three’ gespeeld. Bij zowel de mannen als de vrouwen degradeerde er geen club uit de A-League in het seizoen 2009/10.

In januari 2010 werd door de Nevobo weer een nieuwe competitieopzet naar buiten gebracht. De A-League werd voor 2010/ 2011 uitgebreid van acht naar tien teams. Na afloop van de competitie 2010/11 vond er eenmalig geen promotie en degradatie plaats tussen de A- en B-League.

**De opleidingsteams HvA en HAN Volleybal werden in die jaren uit de Eredivisie gehaald en vervangen door twee clubs uit de B-League volgens de toen geldende promotie/ degradatieregeling.
**Later kwamen hiervoor in de plaats de TTPA (Talentteam Papendal Arnhem) teams, die ingedeeld werden in de Eredivisie. Deze ploegen bestaan uit jongens en meisjes in de leeftijd van 14 t/m 18 jaar. Deze jongeren probeert men klaar te stomen om zich zo bij de besten der wereld te kunnen voegen. Met als voorportaal de teams van Jeugd en Jong Oranje en de senioren Oranjeteams.
**Ook veranderde de NVS in RTC. Van 175 euro moesten ouders 500, 600, en bijna 800 euro betalen om kinderen extra te laten trainen. Het gevolg hiervan was minder kinderen die dit traject ingingen en dus een kleinere kans dat je echt talent binnenkrijgt. Talent wordt “gekocht” of betaald. Geen rijke ouders, geen extra trainingen.

In de seizoenen 2017/18 en 2018/19 namen er in beide competities tien teams deel, negen clubteams en het bondsteam van TTPA. De reguliere competitie omvatte 18 wedstrijden per team, het Talent Team deed alleen in deze fase mee. In de tweede fase streden de top-6 clubteams in de kampioenspoule (10 wedstrijden per team) om twee plaatsen voor de finale om het landskampioenschap, waarin in (nu weer) een best-of-five wordt gespeeld. De drie overige clubteams spelen in de degradatie poule (4 wedstrijden per team) om lijfsbehoud, een team degradeert.

Zo zijn we op het hoogste niveau gegaan naar waar we nu zijn. Zo heeft de Nevobo geprobeerd om het niveau van de hoogste divisie in Nederland te behouden of te verbeteren. Van acht naar tien, andere opzet, geen HvA en HAN, toevoeging Talenten Teams, play-offs in alle soorten en maten.

Maar hoe is het dan gegaan in de divisies onder het hoogste niveau? Welke maatregelen werden daar genomen om het niveau te verhogen? Veelal kwam het neer op doorstroming en handhaving. Promoveren zonder kampioen te worden, Tweede selecties van eredivisieteams opnemen in de B-League c.q. Topdivisie. Niet degraderen. Vragen wie wil promoveren en meer van dat plak- en knipwerk!

Maar was/ is dat wel de juiste manier vroegen/vragen zich steeds meer volleybalvolgers af. Of moeten we in de Nederlandse Eredivisie een deel, de top-4 bij de mannen bijvoorbeeld, maar helemaal wegpromoveren.

Zuid en West nemen in België deel en Noord en Oost in Duitsland. Zou het ooit zover komen? Volgens de NOS heeft trainer/ coach Strikwerda van Dynamo Apeldoorn er een eerste aanzet voor gegeven. Gaan Lycurgus en Orion dat voorbeeld volgen? En wordt Sliedrecht Sport tegen Knack Roeselare de nieuwe BeNe-League topper?
De dan resterende zes teams in de Eredivisie (m) kunnen worden aangevuld met zes ploegen uit de Topdivisie (drie van A en drie van B), er volgt een versterkte degradatie en we zijn weer terug bij af, terwijl de beste (mannen)ploegen van Nederland hun niveau verhogen in het buitenland en hier te lande de verschraling verder doorzet.

Is dit nu juist de ommekeer die we nodig hebben, gaat het niveau eerder omhoog door MINDER divisies te maken in plaats van meer? De Nevobo probeert niveau te creëren door gratis promoties uit te delen en daarmee extra speelplekken. Maar als er minder keuzes zouden zijn heb je automatisch meer concurrentie en een hoger niveau. Bij een tekort aan artsen komen er toch ook geen nieuwe ziekenhuizen.

Aangezien verschillen tussen Eredivisie, Topdivisie en Eerste Divisie steeds kleiner worden (ons emmer met warm en koud water voorbeeld) maakt het voor spelers/speelsters ook niet zo veel uit op welke niveau ze spelen. De stap terug of omhoog in divisie wil niet meteen zeggen dat het persoonlijke niveau die stap ook maakt. Een voorbeeld van de niveaunivellering was dit jaar de dames bekerfinale tussen VCN (was Topdivisie, is nu Eredivisie) of de finale van heren van twee jaar geleden toen Taurus een les aan Lycurgus gaf. Tegenwoordig is het zo dat Nederland een opleidingsland is geworden, iedereen die met de armen en handen iets met de bal kan vertrekt naar buitenland.

**Bij de dames ging het Nederlandse team rond 2005 onder naam van Martinus in de competitie spelen. Martinus won de titel in 2006 t/m 2009, won de beker in dezelfde jaren en pakte de Supercup in 2008 en 2009. In die jaren had geen enkel ander team kans om een prijs te winnen met als gevolg dat veel sponsoren afhaakten en de competitie minder interessant werd.

In die jaren werd kunstmatig een extra laag gecreëerd “de B-League”. Die had ongeveer 100 speelsters nodig, die uit andere divisies moesten komen waardoor die meteen verzwakt werden. Jaren daarna werd elk jaar een andere promotie/ degradatie regeling toegepast met als kers op de taart de bedachte regelingen na het afgebroken seizoen.

Dit jaar zijn er massale promoties, een tsunami aan promoties laten we maar zeggen, die maar heel moeilijk uit te leggen is. We vragen ons dan of, en met ons waarschijnlijk ook vele anderen, “hoe kan een ploeg promoveren als die dat niet verdiend heeft. Dat is tegen elk gevoel van sportief behaalde eer in als de nummer zes dezelfde rechten krijgt als de nummer één. En waarom alleen tot de Derde Divisie?”

Hiermee heeft de Nevobo kleinere verenigingen enorm verzwakt en afgestraft. Een extra Topdivisie na de invoering van de extra laag via de B-League jaren geleden, betekent nog meer spelers/ speelsters die we niet hebben die een stap omhoog moeten maken. Gevolg dat weer meer jonge speelsters boven hun niveau gaan spelen met als gevolg dat het niveau dus weer daalt.

Een andere bijkomstigheid/ probleem/ gevolg van het beleid is dat grotere verenigingen opeens nog groter en machtiger worden gemaakt. Ze hebben teams van de Eredivisie t/m de Derde Divisie waardoor ze een grote aantrekkingskracht voor hun volleybalomgeving vormen, (doorstroming bij dezelfde club) en dit gaat dan ten koste van kleinere verenigingen in hun regio.

Zo kan Sudosa – Desto waarschijnlijk in hun regio over een paar jaar alleen nog maar tegen zichzelf spelen. De concurrentie is er dan niet of niet meer. En wellicht is het ook zo dat teams van SV Dynamo en Alterno niet meer buiten Apeldoorn hoeven aan te treden.

Het hele beleid en de gemaakte keuzes door de jaren heen kunnen we maar heel moeilijk begrijpen en onzes inziens zijn er maar heel weinig (wellicht financiële) argumenten om die keuzes te verdedigen. Het hele gegoochel met de invulling van Divisies lijkt een steeds terugkerend circus aan het eind van het seizoen te worden, waarbij menigeen zich na de laatste gespeelde wedstrijd afvraagt wat de Bond nu weer als verassing uit de hoge hoed zal toveren.

De tovertruc 2020-2021 is gedaan, of die gelukt is zal de toekomst leren.

gh @ Vizier op Volleybal.