Vizier op volleybal

 

Uw volleybalvereniging en de belastingen

VoV, 02-07-2019. 9:28 uur.  Ook zonder winstoogmerk kan een volleybalclub belastingplichtig zijn. Dat wil niet zeggen dat je ook daadwerkelijk moet betalen, want er zijn  ook veel vrijstellingen van toepassing.

Vanaf dit jaar controleert de Belastingdienst intensiever of sportverenigingen belastingplichtig zijn voor de loonheffing, omzetbelasting of vennootschapsbelasting. Belastingplichtig zijn betekent overigens nog niet dat er dan ook daadwerkelijk belasting moet worden betalen.

Op de site van de Belastingdienst is veel informatie over dit onderwerp te vinden. Ook ontvangen sportorganisaties binnenkort een folder en een vragenformulier van de Belastingdienst. Vorige week startte ook een pilot waarin de dienst de eerste duizend verenigingen oproept voor zichzelf na te gaan of ze al dan niet belastingplichtig zijn.

De belastingplicht voor de btw, loonheffingen en vennootschapsbelasting wordt beoordeeld op basis van de antwoorden uit het vragenformulier. Wanneer blijkt dat jouw vereniging belastingplichtig is, wil dat nog niet zeggen dat jullie ook moeten gaan afdragen;  ondernomen economische activiteiten in de sportbranche zijn in veel gevallen vrijgesteld. In die gevallen oordeelt de Belastingdienst: wel belastingplichtig, maar vrijgesteld. Zijn de economische activiteiten van jouw club niet vrijgesteld, dan dienen jullie aangifte te doen.

Loonheffingen:  De vrijwilligersregeling kan van toepassing zijn als je club gebruik maakt van vrijwilligers. Een vrijwilliger mag in 2019 voor arbeid en eventuele andere kosten, onbelast maximaal € 170 per maand en € 1.700 per kalenderjaar ontvangen. Dit is inclusief vergoedingen en verstrekkingen in natura. Als de vergoeding deze bedragen overschrijdt, mag de vrijwilligersregeling niet toegepast worden. De vrijwilligersregeling is ook niet van toepassing als de stichting of vereniging belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting. Sportorganisaties vormen een uitzondering op deze regel.

Omzetbelasting:  Diensten die nauw samenhangen met de beoefening van sport of met lichamelijke opvoeding, zijn vrijgesteld van omzetbelasting. Dit met uitzondering van het verlenen van toegang tot wedstrijden, demonstraties en dergelijke. “Maar, let op”, zegt Desiree Henschen van de Belastingdienst: “Verkoopt jouw club regelmatig producten of organiseer je activiteiten om de clubkas te spekken, dan kan dat wel degelijk betekenen dat je daar btw over moet betalen. Denk daarbij aan een inzamelingsactie voor je club en de (betaalde) reclameborden langs het veld.”

Vrijstelling ook voor niet-leden:  De sportvrijstelling is sinds 1 januari 2019 verruimd. Door deze verruiming zijn sportdiensten aan niet-leden en daardoor bijvoorbeeld het ter beschikking stellen van een sportaccommodatie, ook vrijgesteld. Deze vrijstelling geldt alleen als de instelling geen winstoogmerk heeft.

Fondsenwerving:  Als sportclub kun je, onder voorwaarden, eveneens gebruikmaken van de vrijstelling voor fondsenwerving. Deze vrijstelling is beperkt: Voor leveringen geldt een grensbedrag van € 68.067 per jaar en voor diensten door sportinstellingen € 50.000 per jaar.

Vennootschapsbelasting:  Stichtingen en verenigingen zijn vrijgesteld van vennootschapsbelasting als:

  •  De fiscale winst in een jaar niet meer bedraagt dan € 15.000, of
  •  De fiscale winst in een jaar en de daaraan voorafgaande 4 jaren bij elkaar niet meer is dan € 75.000.

gh @ VoV, bron Nevobo.